In mijn vorige blogpost over de aankoop van een nieuwe camera maakte ik melding van foto’s op de omslag van TIME Magazine die met een smartphone waren gemaakt. Mensen als Oprah Winfrey en Hillary Clinton werden hiervoor geportretteerd door de Braziliaanse fotografe Luisa Dorr. Foto’s van haar zijn gepubliceerd door onder meer TIME, CNN, PDN, en Lens Culture.
In de wereld van de fotografie is de zaak niet zonder controverse geweest. Velen waren geschokt, anderen betreurden het, en weer anderen prezen het resultaat, soms met enige reserve. Voor een buitenstaander waren de emoties wellicht lastig te rijmen met de aanblik van de foto’s.
Zelf volg ik de ontwikkelingen met gemengde gevoelens. Het is natuurlijk prachtig om helemaal voor technische perfectie te gaan, en vaak genoeg kan dat het aangezicht van een foto dramatisch veranderen, maar misschien kennen we er ook te veel gewicht aan toe. Misschien is het ook zo dat wij onszelf iets te veel vereenzelvigen met onze apparatuur. Grootmeesters in het verleden werkten veelal met minder, en wat te denken van de generaties na ons die met nog ‘betere’ apparatuur zullen werken? Moeten zij medelijden met ons hebben?
Zolang de fotografe fatsoenlijk is betaald, zie ik geen probleem. Ze is jong talent, en ik vind dat we ons talent moeten koesteren. Het geeft geen pas om haar zomaar weg te zetten.
Valt er dan niets af te dingen? Ja en nee.
Veel mensen bekritiseerden de foto’s omdat de geportretteerden ietwat van onderen werden gefotografeerd met een semi-groothoeklens op een relatief kleine afstand. Hun onderkinnen werden daardoor te veel geaccentueerd.
Op zichzelf is deze kritiek terecht, en velen van ons kennen het effect door de eigen ervaringen met smartphones. Bij een regulier portret is het ook onwenselijk, maar de techniek in kwestie wordt al van oudsher gebruikt om atleten en hoogwaardigheidsbekleders statuur te geven. Ze torenen dan als het ware boven ons uit. Statig en imposant.
Zo omschrijft TIME het project:
“FIRSTS, an ambitious multimedia project that would showcase women who have broken glass ceilings in every field.”
Het gaat om vrouwen die TIME een plekje op het erepodium wilde geven. De foto’s passen daarbij, evenals de uitverkozen fotografe, die op haar beurt nieuwe wegen inslaat. Soms is symboliek belangrijk.
Het enige dat mij een tikkeltje stoort, is dat er in sommige gevallen een ietwat ongemakkelijke blik is te bespeuren in de ogen van de geportretteerden. Ergens wringt dat. Een klein beetje.
In de wereld van de fotografie is de zaak niet zonder controverse geweest. Velen waren geschokt, anderen betreurden het, en weer anderen prezen het resultaat, soms met enige reserve. Voor een buitenstaander waren de emoties wellicht lastig te rijmen met de aanblik van de foto’s.
Zelf volg ik de ontwikkelingen met gemengde gevoelens. Het is natuurlijk prachtig om helemaal voor technische perfectie te gaan, en vaak genoeg kan dat het aangezicht van een foto dramatisch veranderen, maar misschien kennen we er ook te veel gewicht aan toe. Misschien is het ook zo dat wij onszelf iets te veel vereenzelvigen met onze apparatuur. Grootmeesters in het verleden werkten veelal met minder, en wat te denken van de generaties na ons die met nog ‘betere’ apparatuur zullen werken? Moeten zij medelijden met ons hebben?
Zolang de fotografe fatsoenlijk is betaald, zie ik geen probleem. Ze is jong talent, en ik vind dat we ons talent moeten koesteren. Het geeft geen pas om haar zomaar weg te zetten.
Valt er dan niets af te dingen? Ja en nee.
Veel mensen bekritiseerden de foto’s omdat de geportretteerden ietwat van onderen werden gefotografeerd met een semi-groothoeklens op een relatief kleine afstand. Hun onderkinnen werden daardoor te veel geaccentueerd.
Op zichzelf is deze kritiek terecht, en velen van ons kennen het effect door de eigen ervaringen met smartphones. Bij een regulier portret is het ook onwenselijk, maar de techniek in kwestie wordt al van oudsher gebruikt om atleten en hoogwaardigheidsbekleders statuur te geven. Ze torenen dan als het ware boven ons uit. Statig en imposant.
Zo omschrijft TIME het project:
“FIRSTS, an ambitious multimedia project that would showcase women who have broken glass ceilings in every field.”
Het gaat om vrouwen die TIME een plekje op het erepodium wilde geven. De foto’s passen daarbij, evenals de uitverkozen fotografe, die op haar beurt nieuwe wegen inslaat. Soms is symboliek belangrijk.
Het enige dat mij een tikkeltje stoort, is dat er in sommige gevallen een ietwat ongemakkelijke blik is te bespeuren in de ogen van de geportretteerden. Ergens wringt dat. Een klein beetje.